Durf jij je grenzen aangeven?

“Sta ik nu niet te dichtbij?”, vraag ik. Mijn client, een knappe kerel halverwege de dertig, kijkt me aan.

“Nee, dit klopt wel zo.”

We doen een oefening in grenzen aangeven. Ik loop langzaam op hem af, en als hij voelt dat ik dichtbij genoeg ben gekomen, geeft hij me een stopteken en zegt “stop!”. Klinkt simpel genoeg, nietwaar?

“Weet je het zeker”, vraag ik?

Ik zie hem dénken.“Ja, dit voelt goed zo.”

Ik zet een stap achteruit, en vraag hem: “Hoe voelt dit?”

Zijn schouders ontspannen iets. Hij ademt wat dieper, en zegt: “Grappig, het voelt nu minder ‘dense’. Alsof ik wat meer ruimte heb.”

We doen de oefening nog eens. En dit keer stopt hij me ruim een meter eerder dan de eerste keer. Dat voelt voor hem toch beter. Want waar ik nu sta is dichter bij waar zijn werkelijke grens ligt. Als ik hem vraag waarom hij me de eerste keer over zijn grens liet stappen, zegt hij:  

“Ik stopte je op het punt waar ik het nog nét aankon.”


Ik maak een goede stap vooruit, en ga staan op dit punt waar hij het nog nét aankan.

“Hoe voelt dit nu?”, vraag ik hem. 

Hij antwoord: “Heftig. Te dichtbij.”

Ik zet nog een klein stapje dichterbij.

“En nu?”

“Nu voel ik paniek opkomen.”

Ik zet weer twee stappen terug.

“Ja, daar”, zegt hij. “Nu klopt ‘ie.”

Als intimiteitscoach werk ik veel met mannen die het lastig vinden om hun grenzen aan te geven. ook deze week was dit het onderwerp van gesprek bij 3 cliënten. Alledrie lieve jongens. Alledrie pleasers die het zo graag goed willen doen. Alledrie met een partner die gewend is geraakt aan een vent die zijn eigen grenzen niet kent. Een vent die zijn grenzen daarom ook niet goed kan aangeven. Een vent die pas ‘ho, stop!” roept, als hij met zijn rug tegen de muur staat en paniek – of extreme boosheid – voelt opkomen.

Ik weet precies hoe deze mannen zich voelen. Want ik was namelijk ook zo’n man. Ik waaide met alle winden mee, en dat vond mijn ex wel zo prettig; zij wist namelijk wel prima wat ze wilde. En was ook gewend dat (bijna) altijd te krijgen. Het was super pijnlijk toen ik besefte dat het niet hebben van grenzen, en het allemaal maar ‘aankunnen’, helemaal niet ‘stoer’ was. Dat het niet (kunnen) aangeven van mijn grenzen ingegeven was door mijn angst voor afwijzing, de angst om mijn ex teleur te stellen, de angst dat zij dan minder van mij zou houden. En natuurlijk kwam er een push-back van mijn ex. Een man die zijn grenzen aangeeft: daar was ze toch niet mee getrouwd?

Mijn relatie met mijn ex heeft het niet overleefd. En dat was niet alleen omdat ik mijn grenzen begon aan te geven, alhoewel dat onze scheidingsproces wel enorm heeft versneld. En natuurlijk is dat de diepste angst van deze mannen: dat ze hun partner kwijtraken als ze voor zichzelf gaan opkomen. Ik begrijp dat helemaal. Ik heb mijn butsen en deuken in het leven ook opgelopen, en het is een reële angst.

Maar toch… De relatie met mezelf is de allerbelangrijkste relatie die ik heb. Die ik eer. Waar ik ook op geen enkele manier aan kan ontsnappen. Als ik die niet op orde heb, als ik mezelf niet kan veilig houden, voor mezelf kan opkomen? Wat ben ik dan eigenlijk waard voor mijn lief? 

Wat is mijn “JA” waard, als ik geen “NEE” kan zeggen?

Deze week heb ik bij 3 mannen een zaadje geplant dat het juist heel stoer is – en aantrekkelijk! – als je “ho, stop!” kan zeggen. 

Niet met blinde paniek, of tijdens een woede-uitbarsting omdat je al lang over je grenzen hebt laten gaan. Maar gewoon rustig, invoelend, jezelf de tijd gunnen om te kijken wat er nu precies in je lichaam gebeurt, om te kijken of iets – wat dan ook – juist voelt. Of juist niet. Of dat je het nog niet helemaal weet. En of dat nu in de slaapkamer nodig is – mijn specialiteit – of daarbuiten: dat doet er niet toe.

“Wacht even, liefje. Dit voelt niet helemaal oké”.

Dat is soms het mooiste, dapperste en meest kwetsbare wat je kan zeggen.

Vergelijkbare berichten