Voorspel is belangrijk, of toch niet?
“Wie vindt voorspel belangrijk?”, vraag ik de 30 aanwezige mannen. Allemaal stappen ze zonder twijfel over de streep: ze gaan op de plek van “JA” staan. Ik glimlach, tijdens mijn vorige workshop was het besluit van de mannen ook al unaniem.
Ik sta op het Mannenfestival in België, geef twee workshops rond het thema intimiteit en sks. En om de mannen die aanwezig zijn even wakker te schudden voordat we écht aan de slag gaan, stel ik wat strikvragen.
Mijn volgende vraag: “Weet je wat voorspel eigenlijk is?”
Er lijkt wat verwarring in de groep, mannen kijken voorzichtig om zich heen. Met enige aarzeling stapt de helft van de aanwezigen terug over de streep, terug naar plek “NEE.”
Ik laat bewust een stilte vallen.
Sommige mannen gaan toch maar weer bij JA staan.
Twee mannen vinden het zo lastig om te kiezen: zij gaan óp de streep staan.
Laatste vraag.
“Weet je wanneer het hoofdspel begint?”
Geroezemoes. Lachen.
Tijdens de eerste workshop was iedereen unaniem bij NEE gaan staan. Dit keer doen alle mannen dat ook, op ééntje na.
De ene man die nog op JA staat, vraag ik wanneer het voorspel dan voor hem afgelopen is, en het hoofdspel begint. Hij geeft het antwoord dat ik verwacht had:
“Bij penetratie. Dan begint het echt voor mij.”
Dit is een dappere man.
Ik denk dat meer mannen dit eigenlijk dachten. Maar om dat en groupe toe te geven is eng. Als ‘bewuste’ man toegeven dat klassieke penetratie toch echt wel is waar het tijdens sks voor jou om draait, is not done. Daar zit schaamte op.
Maar dat voorspel, wat het dan ook precies moge zijn, belangrijk is: dat staat voor alle mannen als een paal boven water. En wat het ongeveer betekent – of vooral ook niet betekent – is voor iedereen anders. Voor mij bestaat voorspel niet meer. Ik zie het allemaal als ‘hoofdspel’, en het is niet relevant hoeveel kleren je aan hebt en of er ergens een lichaamsdeel in gestoken wordt.
Niemand gebruikt het woord ‘hoofdspel’ natuurlijk, maar het woord ‘voorspel’ impliceert wel dat het er is. Geen voorgerecht zonder hoofdgerecht. En als je je soepje vooraf op hebt, ben je toch teleurgesteld als blijkt dat die verwachte biefstuk-friet niet meer komt opdagen.
Als je aan je voorspel begint, of aan je voorgerecht, dan werk je ergens naar toe.
Er is een doel.
Fijne, verbonden ontstaat als er geen doel is wat bereikt hoeft te worden.
Het is geen stappenplan dat je afwerkt.
Geen schaakspel van handelingen om uiteindelijk je climax – of dat van je partner – te bereiken.
Dit is waar het werkelijk om draait:
Kan je helemaal in het moment zijn? En kan je daar ook blijven?
Dat is verdomd lastig. En eng. En confronterend.
En als je niet begrijpt wat ik hiermee bedoel dan is het nog verwarrend ook.
Gelukkig valt dit te leren. Niet door erover te praten of mij op mijn bruine ogen te geloven. Maar door het aan den lijve te gaan ervaren.
Fijn vrijen kan je leren.
En dat is toch wel echt goed nieuws, nietwaar?